Petra's homepage

 

Experiences of a Dutch Journalist

 

 

 

 
Derde impressie Kazachstan, 23 juni 1999

Hallo allemaal,

We komen net van een plechtigheid rond het overlijden van een vriend van ons, Rudy. Hij was 44 jaar, vol energie en met een heel positieve levensinstelling. Getrouwd met Marrett, drie geadopteerde kinderen, waarvan de jongste van vijf in Almaty woonde. Tijdens de hash (hardlopen voor expats) kreeg hij een hartaanval, waar hij even later aan overleed. Geen hartklachten, alleen had hij wat pijn in de borst een paar maanden daarvoor. Ik geloof het nog steeds niet.

We leerden ze net een beetje beter kennen. Het klikte heel goed toen we elkaar tegenkwamen. De laatste weken hebben we elkaar regelmatig gezien. Afgelopen weekend waren we net met ze naar Lake Issikoel in Kirgizië geweest. Geweldig was dat. Relaxed, gezellig. Rudy was misschien wel wat snel aangebrand af en toe als er niet werd meegewerkt, maar dit had toch niemand verwacht.

Gisteren kreeg ik om negen uur ‘s ochtends een telefoontje van Caroline van de SOS kliniek, die ook mee was met de trip naar Lake Issykul. Weet je het al. Nee. Ongeloof was er. Binnen een uur wist de hele buitenlandse gemeenschap het en de reactie was overal: ongeloof en geschokt. Emile kwam even langs. We hebben samen gehuild. Om maar wat te doen te hebben heb ik vervolgens twaalf paar schoenen gepoetst en het hele huis schoongemaakt. We konden niets doen. Marrett wilde liever zo weinig mogelijk mensen om zich heen.

De afscheidsbijeenkomst luchtte wel op; de knoop in onze maag iets minder. Marrett vliegt vanavond terug naar Nederland, tegelijk met het lichaam. Na de begrafenis in Nederland gaat ze met haar kinderen naar Frankrijk voor twee maanden, waar ze een huis hebben. En vanaf dan weet ze het niet. Ik hoop dat we contact houden. Want zoals Emile het uitdrukt: het is gewoon een ontzettend lekker mens.

Dit gebeurt net nu ik tot over mijn oren in het werk zit. Na de Nederlandse, Italiaanse en Britse special, zijn we nu bezig met de Amerikaanse. Dat houdt in dat we binnen twee weken 120 bedrijven moeten benaderen en moeten overhalen een advertentie te plaatsen en een verhaaltje. Mijn eerste reactie was: doei. Maar als ik een keer ergens mee begonnen ben, wil ik het ook afmaken.

Ik werk samen met Asia, een studente van twintig jaar die driftig wat probeert bij te verdienen. Het is een leuke meid. Aanvankelijk was ik jubelend over haar Engels. Want ik dreigde namelijk samen te moeten werken met Gulnur, een lokale journaliste die maar wat bot in het rond belt en geen woord Engels spreekt. Maar nu blijkt Asia’s Engels toch ook wel heel gebrekkig. Maar aan de andere kant kan ze weer helpen met vertalen. Samen zijn we een goed team. Ik ben aan haar gekoppeld omdat de krant voor Marc (met wie ik de eerste special gedaan heb) een hobby is. Hij heeft gewoon geen tijd. Asia zou de advertenties verkopen en ik was voor de schrijverij. Ze is alleen wat verlegen, waardoor ik toch actief advertenties moet gaan verkopen. Dat gaat aardig (afgekeken van Marc). Asia wordt nog meer uitgemolken dan ik, maar ze is nog te jong om er echt tegen te protesteren. Ik moet nog even bedenken of ik er wel mee door wil gaan. Geen tijd voor andere dingen: boek, verhalen voor Nederlandse pers.

Omdat ik toch al wist dat het nu een hele drukke periode zou zijn, ben ik een paar weken geleden naar Semipalatinsk geweest. Dat is de nucleaire testsite van de voormalige Sovjet-Unie waar bijna 500 proeven zijn gedaan, waarvan 160 bovengronds. Ik kreeg de contacten via een VN man hier. Al jaren zijn ze bezig met een project, de man had de wereld aan contacten. Een telefoontje en het was geregeld. De vlucht was op zich al een belevenis: zo’n oude Russische bak zonder zuurstofmaskers enz. Een tolk en een expert in alles van een onderzoeksinstituut haalden me op van het vliegveld. Was ook wel nodig, want binnen vijf minuten was het hele vliegveld uitgestorven. Geen taxi’s meer. Telefoon doet het ook niet. Ze hebben me naar het enige redelijke hotel gebracht, stijl vergane glorie.

Op de eerste dag moest ik eerst even bij de autoriteiten langs. Ze zijn boos. Boos omdat de regering niets doet. Geld is er niet. De japanners hebben een paar miljoen dollar gegeven een tijd geleden. In Semipalatinsk hebben ze daar nooit een stuiver van teruggezien. Dan gaat de tocht naar het atoommeer, gecreëerd om twee waterwegen te verbinden met elkaar ter verbetering van de irrigatie, zo was het verhaal. De straling is daar nog steeds 700x normaal. En dan te bedenken dat een week na de explosie dertig jaar geleden, soldaten naar het meer werden gestuurd om de kanten te bewerken.

Vervolgens een bezoek aan een dorpje op vijftig kilometer van de test zone. Veel kanker, bloedziekten en veel te veel mensen van rond de 35 jaar op het kerkhof. Gesproken met een man die zijn kudde destijds in de omgeving liet grazen. Om de testzone heen betekent vele kilometers extra lopen elke dag. Dat gebeurde dus niet. Hij gebruikte een kabel uit de grond (van bom naar knopje) als antenne voor zijn televisie. Hij is ziek en kan geen behandeling betalen. Hij leeft van een pensioen van 50 gulden en daarbovenop 25 gulden smartengeld. In de ziekenhuizen is alleen de behandeling niet voor eigen rekening. De medicijnen en het eten zijn voor eigen rekening, zo leer ik uit een bezoek aan drie ziekenhuizen. Kinderen worden gewoon gedumpt door hun ouders. Geen geld. Hopen dat de artsen zo goed zijn om te helpen. De stemming was goed. Het personeel had net het salaris van december binnengekregen.

Na die eerste dag had ik het wel even gehad. Terug op mijn hotelkamertje aan de wijn en aan de… sigaret. Het heeft wel weer miljoenen celletjes wakker gemaakt. Ik heb er nog steeds moeite mee om niet te roken. Maar ik ben niet van plan om weer echt te gaan roken.

De tweede dag heb ik een kunstenaar opgezocht, die als gevangene nog heeft meegeholpen aan de bouw van een geheime stad, van waaruit de testen werden geregeld. Hij heeft geluk gehad dat hij nog leeft, wat er van zijn maten terecht is gekomen, weet hij niet. Hij heeft zijn grieven geuit in schokkende schilderijen, die de boodschap heel duidelijk overbrengen. Maar wie betaalt het vervoer van de schilderijen?

De mensen zijn het zo zat dat ze wel eens agressief worden als journalisten de situatie komen bekijken. Iedereen observeert, niemand doet wat. Een hulpprogramma van de VN met investeringen van 43 miljoen dollar moet in de toekomst helpen. Om geld in te zamelen is er in september een conferentie in Tokio.

Helpen is ook niet zo eenvoudig. Georganiseerd is het niet. Ik had bedacht dat het wel een leuk charity project was voor de woman’s club. Vonden ze ook, maar dan moesten ze wel een specifiek voorstel hebben. Bellen naar de tolk: ‘They can not recieve e-mail now, because they didn’t pay their telephone bill.’ Mijn mail moet bovendien vertaald worden, want er wordt alleen Kazaks of Russisch gesproken. En dan krijgen een reactie: geld voor arme ouderen, medicijnen. Ja, dat heeft het hele land nodig. Maar de woman’s club denkt meer in de trant van een ziek kind dat een behandeling in het buitenland nodig heeft. Het ergste is dat ze zichzelf ermee hebben.

Emile grapt dat hij een stralend meisje heeft teruggekregen. Ik heb geen bedlampje meer nodig voor het lezen. Onzin. Maar ik moet wel iets met het verhaal natuurlijk. Ik begrijp dat het probleem in Nederland inmiddels ook in de belangstelling staat door het bezoek van een fotograaf. Godverdomme. Woon ik hier een keer, is er iemand die de mooiste verhalen komt jatten. Ik heb het aangeboden aan de Marie Claire. Nee, omdat ze vonden dat het mannen net zo goed raakt. Elsevier neemt geen verhalen meer van freelancers uit het buitenland. Van de Volkskrant heb ik nog steeds geen reactie gehad. Maar ik blijf het proberen.

Emile heeft het nu wat rustiger. Er wordt niet geboord, dus dat betekent minder werkzaamheden voor een well engineer. Meer geld komt er ook niet bij voor de rest van het jaar. Dus het blijft onzeker of we hier kunnen blijven of niet. Emile is nog niet ontslagen, dus we gaan er voor het gemak maar vanuit dat het voorlopig nog even goed gaat. We gaan er wel even kort tussenuit van de zomer. De meeste mensen raden ons aan in de winter op vakantie te gaan. De winterdagen zijn hier lang, lang.

Met de zomer wil het nog maar niet vlotten. Het plenst hier nu. Vaak overdag wel warm, maar dan komt er ‘s avonds een stortbui vanaf de bergen. Het is wel heel erg groen overal. Prachtig. Ik denk dat we nog maar even blij moeten zijn met het weer. Straks wordt het erg heet. Maar ook dan is het wel uit te houden. Airconditioning is hier redelijk ingeburgerd.

Het is een heel verhaal geworden, maar het was dan ook weer een hele tijd geleden. Tot de volgende keer.

Liefs,

Peetje