Petra's homepage

 

Experiences of a Dutch Journalist

 

 

 

 
Negende impressie Kazachstan, 22 mei 2000

Hallo allemaal,

 
Het nieuws over vuurwerkramp heeft ook Kazachstan bereikt. Het lokale televisiestation heeft zelfs beelden uitgezonden. Daarnaast krijgen we dagelijks het nationale en internationale nieuws van de wereldomroep per e-mail toegezonden, dus we zijn redelijk op de hoogte. Lokale mensen spreken ons zelfs aan, zo van, wat erg, wonen daar nog kennissen of familie van jullie. Niet van ons nee, maar ik hoop dat ook in jullie bekendenkring geen slachtoffers zijn gevallen.
 
Het is al behoorlijk aan het zomeren hier. Wel een beetje wisselvallig: de ene dag 35 graden, de volgende dag een dikke onweersbui. Het buitenleven is weer begonnen, al een paar weken is er elk weekend een barbecue. Het toeval wil dat het dan meestal net regent. Wij houden donderdag een klein barbecuefeestje, duimen dat het droog blijft.
 
Emile was net in Nederland voor een cursus toen het bij jullie zulk mooi weer was. Ik mocht niet mee dit keer, mijn taak was om op de kat te passen. Tijger was ernstig ziek. Het begon met een beet in zijn staart, die hij tot op het bot had open gelikt. Daar moest een kattendokter bijkomen. Onze huisbaas had iemand van de dichtstbijzijnde kliniek gevraagd op huisbezoek te komen. Ze was net een baboesjka met haar grijze haar. Ze had alleen wel de hele geur van de kliniek meegenomen. Daar stond ze klaar in haar witte jas met in haar opgeheven arm een smerig mesje, om een eventuele teek te verwijderen. Als ik kat was, had ik het ook uitgeschreeuwd met zo'n mens. Wat zalf en gele poeder erop en een verbandje erom leek haar voldoende. Tijger had alleen binnen vijf minuten het verband van de staart afgetrokken en likte het spul op, dat achteraf giftig bleek te zijn. Daarnaast had hij net een wormenpil en een vaccinatie gehad, at hij slecht, was sloom, kotste elke dag een haarbal uit en had hij koorts. Ik dacht dat hij dood zou gaan. Vroeg me al af hoe ik het Emile zou moeten vertellen dat zijn 'kind' het niet had gered. Gelukkig is het zover niet gekomen. Toen Emile inmiddels weer terug was heb ik eindelijk een goede dierenarts gevonden via een Amerikaanse advocate met drie katten en twee honden. Deze man kwam op het idee antibiotica te geven, omdat hij vermoedde dat Tijger een darminfectie had. Sindsdien gaat het aanzienlijk beter. Maar hij is nog steeds niet de oude.
 
Een paar weken terug met een kleine groep vrienden naar de 'Singing dune'. We namen een georganiseerde trip, omdat je met een kano de rivier over moet en ter plaatse moet overnachten. De bus ging tien minuten voor vertrek stuk, dus gingen we met drie auto's: een Zhiguli, een Lada Niva en een Mitsubishi. Al het negatieve dat ik ooit over Russische auto's heb gezegd neem ik terug. Van de drie uur rijden ging het laatste uur over een hobbelweg met kuilen vol water. De Zhiguli en de Niva deden het moeiteloos. Achterin zittend merkte je niets van de hobbels. Nee, dan de Mitsubishi. Die kwam ongeveer elke vijf minuten vast te zitten.
 
Bij de brede en snelstromende Sharon rivier werd ons kamp opgezet. Met de kano duurde het een kwartiertje om aan de andere kant van het water te komen. Toen was het nog twee uur lopen naar de top van de duin. Onderweg prachtige bloemen, een vreemd gezicht om die te zien groeien op een kale zandvlakte. Het zand was zo mul, dat je bij elke stap een meter omhoog ging en vervolgens weer een halve meter naar beneden zakte. Het bereiken van de top gaf niet de verwachte voldoening: de wind gierde ons om de oren en waaide vooral in onze ogen. Zittend op onze kont gleden we met z'n zevenen naar beneden. Toen werd duidelijk waarom het de zingende duin heet: De verplaatsing van het zand deed de hele duin trillen en maakte een brommend geluid, dat nog het meeste overeenkomt met het laten van een scheet (en dan keer zeven).
 
Begin april met een Amerikaans ontmantelingteam mee geweest op een van hun missies. Sinds '96 zijn de Amerikanen bezig met de ontmanteling van de grootste biologische wapenfabriek ooit gebouwd in de wereld. En die staat in Stepnogorsk, drie uur rijden ten noorden van de hoofdstad Astana (zo'n 1200 kilometer ten noorden van Almaty). Normaal gesproken komen maar één of twee mensen kijken naar de stand van zaken. Maar dit keer bestond het team uit meer dan tien man. En erger, er was een cameraploeg van NBC meegekomen.
 
Het begint meteen als we uit het vliegtuig komen. De correspondent uit Moskou van NBC, Dana Lewis, gaat overleggen met Andrew Weber (die ik inmiddels persoonlijk ken en meerdere keren heb geïnterviewd voor het verhaal over het Aralmeer) over het schema voor de komende dagen. Andrew zegt vanavond met directeur Leposhkin te praten en een plan te maken. Dana wil meteen met Leposhkin praten. Ik zeg dat ik natuurlijk ook graag met de directeur wil praten (niet wetende hoeveel tijd er überhaupt is, omdat er nog geen plan is). "I'm sorry, what did you say?", was Dana's verbaasde reactie. "Do you know how long we have been working on this story?? We have been working on this for three weeks!" En ik hoorde toevallig een uur geleden van deze missie zeker? Getverderrie. Ik had Leposhkin gelukkig al eerder geïnterviewd en mocht het niet lukken, dan kon ik hem altijd later nog een keer spreken als hij in Almaty was. Je mag hem hebben hoor, Dana, dacht ik, mezelf innerlijk natuurlijk wel opvretend dat ik het zo over mijn kant had laten gaan.
 
De vertaalster vertelt me dat ik bij het 'press team' hoor en dus drie uur bij hen in de bus zit. "Hmmm, we payed for this bus, you know?" Van collegialiteit kun je deze verslaggever helaas niet beschuldigen. Ik zit naast de producer in de bus, die gelukkig wel normaal blijkt te zijn. Andrew regelt voor ze dat ze met Leposhkin wodka kunnen drinken. Een beetje ontdooien voor de eerste draaidag, heet het. Toch wel blij dat ik dit keer aan een kladblokje genoeg heb.
 
Teamleider Brian Hayes geeft de eerste avond een briefing. Wel een beetje schrikken. Iedereen moet beschermende kleding aan, en het mondmasker moet in het hoofdgebouw zelfs voortdurend worden gedragen. Niets aanraken enzo. "Is er iemand die niet meewil? Dan kan die dat nu zeggen. Ik kan niet garanderen dat het zonder risico is." Zij zijn allemaal ingeënt tegen miltvuur. Ik niet. Een microscopische hoeveelheid is al genoeg om een mens te doden, zo had ik zelf nog in het verhaal over de dumpplaats van miltvuur in het Aralmeer geschreven. Hier konden ze 2.000 kilo per dag produceren. En ook al wordt er dan niets meer geproduceerd, er zijn vast genoeg bacteriën over om mij om zeep te helpen.
 
De volgende ochtend hebben we meteen een meeting met Leposhkin om het plan door te spreken. Hij herkent me nog van de vorige keer en schudt me vriendelijk lachend de hand. Met dat interview zou het wel goed komen. In een oude schoolbus een gaan we op weg naar de fabriek. Die ligt beangstigend dichtbij de stad, op maar vijftien kilometer afstand. Een lekje hier of daar had nogal wat gevolgen kunnen hebben. Gelukkig is dat hier nooit gebeurd (wel bij een andere fabriek in de Oeral, daar zijn toen 66 mensen bij omgekomen).
 
Met een spierwit plastic pak gaat de hele groep het hoofdgebouw in. Om de ware aard van de fabriek te camoufleren, is er normaal uitziend gebouw om de productiehal heen gebouwd. De elektriciteit doet het niet, maar er komt gelukkig wat ligt door de ramen schijnen. Het gebouw lijkt in de haast te zijn verlaten. Reageerbuisjes slingeren rond, werkpakken (maanpakken), een boek 'werken in de USSR'. De apparatuur is alleen onbruikbaar gemaakt, maar staat er nog wel. Een verdieping met twintig 10 duizend liter tanks voor het kweken van miltvuur. Een hal van tien meter hoog met tien tanks van 20 duizend liter. Ik had er al veel over gelezen, maar om het met mijn eigen ogen te zien, is toch een ander verhaal. De rillingen lopen me over de rug bij het zien van grootte van de productielijn.
 
Iedereen houdt zijn mondmasker op, zoals opgedragen. Behalve NBC correspondent Dana, die natuurlijk een stand upje wil doen in dit gebouw. "Zit mijn haar wel goed?". "Deze take was niet goed, mijn stem ging een beetje naar beneden." "Mijn loopje kwam niet uit." Na de vijftiende keer is hij tevreden. Ze komen een week filmen voor 2 tot 3 minuten televisie. Ongelooflijk. In Nederland zou er minstens een lange reportage voor Netwerk uit moeten komen. Zonde ook gewoon, zeker weten dat mensen er meer van zouden willen zien. Maar we hebben het wel over het grootste televisie station in de States, dus een paar minuten televisie mag wat kosten. Hoe kort de reportage ook, Dana heeft wel zeven stand ups gepland voor zichzelf. Als hij nog druk is met een stand-upje, biedt directeur Leposhkin aan mij alvast terug te brengen naar het hotel. Onderweg laat hij me nog een oude uraniummijn zien, een ongelooflijk groot gat in de grond in de vorm van een trechter met plateaus. Hij beantwoordt mijn vragen heel openhartig. Yes, denk ik, hebbes. Wedden dat hij voor de camera nooit zo open is geweest.
 
Als verslaggever Dana wordt gevraagd wanneer het wordt uitgezonden, zegt hij: "That depends. Petra, when are you going to publish it?" Niemand, maar dan ook niemand, zou het opvallen dat het eerder in Nederland in de krant staat, dan dat het in de VS op tv is. Als ik de trip in één zin aan Emile moet beschrijven als ik weer thuiskom, kan ik dan ook alleen maar zeggen: "I hate fucking Americans." (ja ik weet ook wel dat dat over een kam geschoren is, er zijn gelukkig veel uitzonderingen...)
 
Het is een opluchting dat ik niet verkouden wordt: de eerste verschijnselen van besmetting met miltvuur lijken op een verkoudheid of een griepje. Als je te lang wacht is het niet meer te behandelen en dodelijk in 90% van de gevallen. Zelfs met een snotneus was ik meteen naar de dokter gegaan dit keer.....
 
Als alles goed gaat komt het verhaal binnenkort in de Telegraaf. Het onderhandelde een stuk makkelijker dit keer. Het verhaal over het Aralmeer hadden ze afgewezen (hun correspondent in Moskou wilde dat zelf maken, alsof je dat zo even kunt ophalen bij een bezoekje aan Kazachstan) en ze baalden er flink van dat dat naar concurrent de Volkskrant was gegaan.
 
Een week later ben ik alweer in de hoofdstad. Nu niet op doorreis, maar voor twee verhalen over Tacis projecten. Astana is een paar jaar geleden aangewezen als nieuwe hoofdstad, omdat het strategischer gezien beter ligt (midden in het land, in plaats van bij grenzen). Het was een beetje een vergane mijnstad. Daar moest heel snel verandering in komen. Dus hebben ze een nieuw paleis gebouwd voor de president en nieuwe regeringsgebouwen. En toegegeven, het is indrukwekkend wat ze daar hebben neergezet. Een van de regeringsgebouwen is uitgevoerd in spiegelend zwart en heeft in de lucht een vorm van een dollar. De rest van de stad lijkt op het eerste gezicht ook opgeknapt, maar is het niet. Oude huizen zijn letterlijk bekleed met een laagje plastic. Dat plastic wordt alleen nu al smerig. Het ziet er niet uit. Aan het interieur is vaak niets veranderd. Restaurants waren praktisch niet. Een van de projecten van Tacis was om de catering en horeca te stimuleren. En dat heeft gewerkt, want inmiddels is er een uitgaansleven.
 
Mijn artikel ging over de rol van vrouwen in Kazachstan. In het midden en kleinbedrijf is het percentage vrouwen heel erg hoog in verhouding. Eén van de vrouwen die ik heb gesproken denkt dat de oorzaak een 'echtscheidingsboom' is. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie kwamen velen zonder werk te zitten. De mannen lagen op de bank met een fles wodka, te dromen over grote bergen geld. De vrouwen namen meerdere kleine baantjes tegelijk, die samen net genoeg opleverden om de kids te eten te geven. Het gros van de succesvolle werkende vrouwen is gescheiden en heeft één kind. Om het verhaal te schrijven heb ik met wel twintig vrouwen gepraat: echt vrouwendag. Het andere verhaal ging over een advocatenbureau dat kleine bedrijven moet stimuleren naar de rechter te gaan als dat nodig is. Door gebrek aan kennis van de wet en geld doen ze dat nu nog onvoldoende. Het verhaal over de stervende industriële steden dat ik eerder had geschreven is in een Belgische krant geplaatst en komt ook in het juninummer van het Nederlandse blad Prospekt, een blad over Rusland en het GOS.
 
Het plan is om voor Tacis in juni een goudmijn te bezoeken in het Oosten van Kazachstan. Ook is het de bedoeling om Vozrozdenija eiland (jawel, de dumpplaats van het miltvuur) in het Aralmeer te bezoeken. En dan is er nog het verhaal over de stervende zeehonden in de Kaspische Zee. Nog gauw even het land doen voor het erop zit hier.
 
Er is nog geen nieuws over een eventuele nieuwe posting. Zodra dat komt, laat ik het weten.
 
Doei!
 
Petra